De zakelijke omgeving van Maleisië wordt beschouwd als een stuk gunstiger dan die van zijn buurlanden in de regio en de financiële sector is sterk.
Landen van Zuidoost-Azië:
Atradius STAR rating van het politieke risico*:
Indonesië: 5 (matig risico) - positief
Maleisië: 3 (matig-laag risico) - negatief
De Filipijnen: 5 (matig risico) - positief
Singapore: 1 (laag risico) - stabiel
Thailand: 4 (matig-laag risico) - negatief
Vietnam: 6 (matig-hoog risico) - positief
* De STAR rating loopt van 1 tot 10, waarbij 1 het laagste risico aangeeft en 10 het hoogste. De 10 ratingstappen zijn samengevoegd tot 5 algemene categorieën om hun interpretatie in termen van kredietkwaliteit te vergemakkelijken. Beginnende vanaf het gunstigste deel van het kwaliteitsspectrum, variëren die categorieën van ‘laag risico’, ‘matig-laag risico‘, ‘matig risico‘, ‘matig-hoog risico‘ tot ‘hoog risico‘, met een aparte score gereserveerd voor ‘zeer hoog risico‘. In aanvulling op de 10-puntsschaal zijn aan elke stap op de schaal ratingmodifiers verbonden: ‘positief’, ‘stabiel’ en ‘negatief’. Dankzij de ratingmodifiers is het mogelijk om verder te verfijnen en differentiëren tussen landen in termen van risico.
Politieke situatie
Staatshoofd: Koning Tuanku Abdul Halim Mu‘adzam Shah (sinds april 2012); de positie van de koning is in hoofdzaak ceremonieel
Regeringsleider: Premier Mohamed Najib bin Abdul Razak (sinds april 2009)
Regeringsvorm: De Nationale Organisatie van Verenigde Maleiers (UMNO) is de leidende partij in een coalitie van 13 partijen die een regering van National Front vormt (Barisan Nasional, BN).
Stabiele binnenlandse situatie
De Maleisische bevolking is een etnische en religieuze mengeling van islamitische Maleiers (50 %), boeddhistische Chinezen (24 %), hindoeïstische Indiërs (7 %) en inheemse stammen (11 %). Ondanks het feit dat zij een meerderheid vormen, bezitten de Maleiers slechts ongeveer 19 % van de rijkdom. Raciale spanningen zijn steeds onderhuids aanwezig, maar zijn in meer dan 40 jaar niet tot uitbarsting gekomen, in hoofdzaak dankzij een beleid van positieve acties ten gunste van de etnische Maleiers. Dit beleid heeft echter de Chinese en Indische minderheden gehinderd in hun sociale en economische vooruitgang. De voortzetting van dit zogeheten pro-bumiputra beleid of de mogelijke beperking ervan is een van de belangrijkste politieke kwesties.
De Barisan National (BN) coalitie geleid door de Nationale Organisatie van Verenigde Maleiers (UMNO) is aan de macht sinds de onafhankelijkheid in 1957. Ondanks groeiende verkiezingssuccessen voor de oppositiepartijen blijft de UMNO stevig in het zadel zitten. Het grootste gevaar voor politieke instabiliteit zou een ernstige ruzie binnen het UMNO zelf zijn, want de partij is verdeeld in conservatieven (voorstanders om het beleid van positieve acties voor te zetten) en hervormers (voorstanders van politieke en economische hervormingen). Terwijl premier Najib Razak tot de kant van de hervormers behoort, moet hij ook tegemoet komen aan de wensen van de conservatieve leden van het UMNO.
De traditioneel gespannen relaties met buurland Singapore zijn de laatste jaren aanzienlijk verbeterd, waarbij de twee landen meer samenwerken op gebied van business development en toerisme. De geleidelijke economische integratie zal
naar verwachting worden voortgezet.
Economische situatie
Licht lagere groei in 2015
Na een sterke groei van 5,9 % in 2014 wordt verwacht dat de groei van het bbp iets zal vertragen in 2015 (4,8 %). Terwijl de lagere olieprijzen waarschijnlijk nadelig zullen zijn voor de exportprestaties, wordt verwacht dat de groei zal worden gevoed door de particuliere consumptie (sterke arbeidsmarkt) en investeringen in de infrastructuur (bijvoorbeeld hogesnelheidstrein naar Singapore). De zakelijke omgeving van Maleisië wordt beschouwd als een stuk gunstiger dan die van zijn buurlanden in de regio, met uitzondering van Singapore, en de financiële sector is sterk: in het bijzonder met succesvol islamitisch bankieren.
Sterke economische fundamenten
Een zwakke begrotingsdiscipline en enorme uitgaven voor brandstofsubsidies hebben geleid tot structurele grote begrotingstekorten. Het land heeft geen surplus meer gekend sinds 1997. Aangezien iedere verbetering van de credit rating van Maleisië en van investeringen op de langere termijn wordt belemmerd door die zwakke begrotingspositie, is de regering vastbesloten om het begrotingstekort te verminderen door de belastbare basis uit te breiden en subsidies te
verlagen. De subsidies voor benzine en diesel zijn al verlaagd, en volgend jaar in april zal men een belasting op goederen en diensten van 6 % invoeren. Er wordt verwacht dat het begrotingstekort zal dalen tot 3,0 % in 2015 als een gevolg van
de belastingverhoging. De inflatie zal naar verwachting stijgen tot 4,0 % in 2015.
De solvabiliteit van de Maleisische overheid wordt gegarandeerd door een lage buitenlandse schuld (32 % van het bbp; 38 % van de export van goederen en diensten in 2015), een ruime liquiditeit en een relatief goed gediversifieerde economie. De deviezenreserves komen overeen met meer dan acht maanden import.
Downloads
373KB PDF